Anders belasten: Hoe meer werken, wél meer kan lonen
Artikel Bastiaan Starink, partner PwC
Iedereen is het erover eens dat het belastingstelsel anders moet. Dat werken meer moet lonen. Dat inzichtelijk moet zijn wat een wijziging in je werkuren betekent voor je portemonnee. Deze wensen staan ook in het hoofdlijnenakkoord van PVV, BBB, VVD en NSC, en in diverse recente overheidsrapporten zoals ‘Belastingen in maatschappelijk perspectief: Bouwstenen voor een beter en eenvoudiger belastingstelsel’ en ‘Eindrapport Toekomst Toeslagenstelsel’ . Maar hoe bereik je dat? Want het lukt ons al decennialang niet om dit binnen de bestaande kaders op te lossen. Ofwel een maatregel lost niets op, ofwel de maatregel kost direct tientallen miljarden. We moeten dus out-of-the-box denken.
Het arbeidsmarkttekort is groot. Eerder becijferde PwC dat het gat tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt bijna verdwijnt als deeltijdwerkers vier uur per week extra gaan werken. Het klinkt simpel, maar is het niet. Meer werken en dus meer inkomen, kan onder de streep namelijk flink tegenvallen. De marginale druk, het belastingtarief dat je betaalt over je laatstverdiende euro inclusief verlies van toeslagen, is hoog en bovendien niet transparant. Het kan oplopen tot 92% (2024), wat betekent dat je van elke extra verdiende euro slechts 8 cent netto overhoudt. De stimulans om meer te werken, is er financieel voor veel mensen nauwelijks. Daar komt bij, of je nou 50.000 euro per jaar verdient in twee of vijf dagen werken per week; je houdt netto evenveel over. Terwijl degene die vijf dagen per week werkt veel meer bijdraagt aan het oplossen van het maatschappelijke probleem van het arbeidsmarkttekort.
[....]